service pistool wedstrijdregels

Alle regels en eisen met betrekking tot de diverse pistool disciplines die onder de KNSA vallen, kunnen worden gevonden in het wedstrijdregelement deel VI – Pistool, welke is te downloaden op de site van de KNSA.

Onderstaand is dus slechts een uitreksel ten aanzien van de discipline Service Pistool na aanleiding van vragen van schutters op onze vereniging.

Het loont de moeite dit document te downloaden en je zelf op de hoogte te stellen van de overige regels omtrent Service Pistool. Denk daarbij aan de wedstrijdregels die hier niet zijn opgesomd.

Sectie 4.6, Speciale regels MP en SP groot kaliber:

  • Iedere schutter die aan een wedstrijd deelneemt, alsmede het op de schietbaan aanwezige kader, is verplicht om tijdens het schieten een veiligheidsbril te dragen.
  • Handvuurwapens, ingericht voor het verschieten van centraalvuurmunitie, zijn toegestaan met een kaliber van 7.62 tot en met 11.66 mm (.30 – .459) met een maximale looplengte van 6 inch (152,4 mm).
  • Alleen open vizieren zijn toegestaan; kijkers, lasers “ook uitschakelbaar”, spiegelvizieren en optische richtmiddelen zijn verboden.

Handvuurwapens dienen verder te voldoen aan de volgende specificaties:

  • Mantelmunitie is toegestaan, mits het baanveiligheids-reglement dit veroorlooft.
  • Mondingsremmen of andere soortgelijk werkende middelen zijn niet toegestaan.
  • Balanceer- en loopgewichten, evenals alle losse hulpmiddelen zoals trekkerschoen al dan niet verbreed -, verbrede hamer e.d. zijn niet toegestaan.
  • De korrel mag niet voor de loopmonding zijn aangebracht en de keep mag niet zijn aangebracht achter het meest naar achter liggende gedeelte van het mechanisme van het wapen.
  • De trekkerdruk moet minstens 1360 gram bedragen.
  • De greep mag niet verstelbaar zijn en een vaste of verstelbare palmsteun is niet toegestaan. De greep mag niet breder zijn dan 44 mm.
  • Het achterste deel van de greep dat rust op de bovenkant van de hand tussen duim en wijsvinger mag niet langer zijn dan 30 mm. De afstand wordt gemeten vanaf de rechte hoek op de verlengde hartlijn van de loop tussen de punten A en B van deafbeelding, zoals opgenomen in de ISSF Pistol Rules.
  • Pistolen mogen niet uitsluitend ingericht zijn voor het verschieten van wadcuttermunitie. KNSA Schiet- en Wedstrijdreglement, deel VI 01-06-2015, blz. 10
  • Het gebruik van een hulzenvanger is niet toegestaan.

Sectie 4.7, Speciale regels voor Service Pistool klein kaliber:

  • Het wapen moet zijn ingericht voor het verschieten van munitie van het type kaliber .22 long rifle. De loop mag niet langer zijn dan 6 inch (152,4 mm).
  • Mondingsremmen of andere hulpmiddelen die een vergelijkbare werking hebben, zijn niet toegestaan.
  • Alle randvuurmunitie van het type kaliber .22 long rifle is toegestaan; de kogels dienen van lood of van een ander soortgelijk zacht materiaal te zijn gemaakt.

Handvuurwapens dienen verder te voldoen aan de volgende specificaties:

  • Het gewicht van het wapen, inclusief de balanceergewichten en een leeg magazijn, mag niet meer zijn dan 1.400 gram. De balanceergewichten dienen vast te zijn aangebracht.
  • De afstand tussen keep en korrel mag niet groter zijn dan 220 mm. De afstand en de afmeting van de richtmiddelen mogen niet meer veranderd worden nadat de wedstrijd is begonnen. De korrel mag niet zijn aangebracht vóór de loopmonding en de keep mag niet zijn aangebracht achter het meest naar achter liggend gedeelte van het mechanisme van het wapen.
  • Alleen open vizieren zijn toegestaan; kijkers, lasers “ook uitschakelbaar”, spiegelvizieren en optische richtmiddelen zijn verboden.
  • De richtmiddelen mogen zijn voorzien van micrometerschroeven voor het aanbrengen van horizontale en verticale correcties.
  • De trekkerdruk moet minimaal 1.000 gram bedragen, gemeten bij verticaal gehouden loop.
  • Gewichten mogen niet vóór de loopmonding uitsteken.
  • De “neus” van de greep of het gedeelte van het frame van het wapen dat naar boven en naar achteren uitsteekt tussen duim en wijsvinger mag niet langer zijn dan 3 cm., gemeten in de richting van de loop-as vanaf het tipje van de neus tot aan het meest diepe punt van het holle deel.
  • De afmetingen van het wapen zijn in zoverre beperkt dat het wapen geheel moet passen in een rechthoekige doos die de binnenafmetingen 300 x 150 x 50 mm heeft.
  • De greep moet zodanig zijn uitgevoerd dat deze niet verstelbaar is tijdens de wedstrijd. De greep mag de hand, handpalm en de duim niet inklemmen en niet breder zijn dan 50 mm. KNSA Schiet- en Wedstrijdreglement, deel VI 01-06-2015, blz. 11
  • Duimopleg en handsteun zijn toegestaan voor zover de afmetingen daarvan in overeenstemming zijn met de bepalingen voor de totale afmeting.

Sectie 6.3, Aantal schoten per wedstrijdschijf:

  • Service Pistol klein en groot kaliber:
  • Serie 1 : 6 schoten linker schijf
  • Serie 2 : 3 schoten linker schijf , 3 schoten rechter schijf
  • Serie 3 : 2 + 2 + 2 schoten rechterschijf
  • Serie 4 : 3 schoten linker schijf, 3 schoten rechter schijf

Sectie 6.4, Aantal proefschijven:

  • Service Pistool klein en groot kaliber: geen

Hoofdstuk 8, storingen, sectie 8.3, specifieke regels voor Service Pistool:

  • De discipline Service Pistol kent geen storingen. Het niet vlekkeloos verlopen van een serie wordt toegeschreven aan de schutter. Wapenstoringen, munitiestoringen, laadfouten enzovoorts leiden niet tot herhaling van de serie.